Een magisch Mahlermoment

  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Muziek
  • Bericht reacties:0 Reacties

Voor wie Mahler nog niet kent, biedt het derde deel van zijn eerste symfonie een uitnodigende en toegankelijke eerste kennismaking met zijn muziek. Mahler gaat erin aan de slag met de Vader Jacobmelodie, het liedje dat iedereen wel ’s in zijn leven gezongen heeft.

Er is wel wat opvallends aan de hand: waar het kinderliedje monter en onbekommerd is, klinkt Mahlers citaat ingetogen: het heeft iets onbestemds. De onverstoorbare pauken, waarmee het deel geopend wordt, de geknepen klank van de solocontrabas, de fagotten die hun etymologie (“takkenbundel”) eer aandoen, dan een bepaald niet voor de hand liggend instrument als de bastuba, en gaandeweg het hele orkest.

Kinderliedjes zoals Vader Jacob staan in een majeure/grote tertstoonladder, terwijl Mahler de melodie in mineur/kleine terts gezet heeft. Mensen noemen majeur “vrolijk”, in dit geval zou ik denken aan “opgetogen en onbekommerd”; veel mensen noemen mineur “droevig”, zelf ervaar ik het vaak eerder als “ingetogen” (luister maar naar de tweede cellosuite van Bach!).

Die verschillende toonsoorten ademen echt een heel andere sfeer. Als je ooit aan iemand met weinig muziek kennis, maar met ontvankelijke oren wilt uitleggen wat het verschil is tussen grote- en kleine terts zou ik voorstellen: zing eerst het kinderliedje en luister dan naar de opening van dit deel: dan beleef je het echt, dan voel je in je middenrif de verschillende karakters, zo komt het terecht in je hoofd, en dan onvermijdelijk: in je hart.

Maar goed, als jongen hoorde ik dat derde deel uit Mahlers eerste symfonie in de tijd dat ik net begonnen was met cellospelen, en was in de ban van mijn nieuwe ontdekking. Die melodie, die wilde ik zelf spelen! Ik haalde de Mahlerpartituur uit de bibliotheek en vond het heerlijk die nootjes te sprokkelen.

Op een dag speelde ik het voor mezelf, terwijl mijn oudste zus Elaine in een andere kamer in huis zat piano te spelen. Op een gegeven moment viel me op dat het daar wat stilletjes was, al hoorde ik haar wel wat losse noten aanslaan. Ik was nu wel benieuwd waar ze mee bezig was, luisterde waarmee zij en ik bezig waren. Op een gegeven moment viel het kwartje: ze had “mijn” toonsoort gevonden en improviseerde mee met mijn spel, terwijl we naar elkaar luisterden en op elkaar reageerden. Heel bijzonder, zo opgaan in muziek, door de muren heen samensmelten met het spel van mijn zus, en samen van Mahler genieten: dat is wel één van mijn mooiste muzikale ervaringen.

  • De inhoud van deze blog is auteursrechtelijk beschermd. Wil je (een deel van) deze tekst gebruiken, vermeld dan altijd de bron

Geef een reactie